Musharaka en mudaraba

Een musharaka is een contractuele samenwerkingsvorm waarbij twee of meer (rechts)personen geld of zaken in gemeenschap brengen om gezamenlijk winst te behalen.

Islamitische financiële ondernemingen kunnen hierdoor financieren met eigen vermogen in plaats van een rentedragende lening of een andere debt-based financieringsmethode. Voor het aangaan van een musharaka is vereist dat de vennoten (enkelvoud: sharik en meervoud: shoraka’) een verdeling van de winst overeenkomen. De verdeling dient te zijn gebaseerd op een percentage van de winst en niet op een vast bedrag of een percentage van de inbreng.

De hoogte van ieders aandeel in de winst kan in beginsel vrijelijk worden afgesproken. De verliezen van de musharaka worden door alle shoraka’ naar ieders aandeel in het vermogen gedragen. Aangezien de winst- en verliesverdeling niet voorziet in een vast rendement voor de financier, maar zijn rendement afhankelijk is van de winstgevendheid van de musharaka is deze financieringsmethode verenigbaar met het verbod op riba. 

De financier loopt immers – net als de cliënt – het risico dat de musharaka geen winst of zelfs verlies oplevert, waardoor de financier geen recht heeft op betaling van een bedrag. Dit is in tegenstelling tot het rendement op een rentedragende lening dat de financier, ongeacht de mate van winstgevendheid van de musharaka, toekomt.

Mede daarom is de winst- en verliesverdeling niet in strijd met het verbod op riba, maar het behalen van rendement op een rentedragende lening wel.

Vertegenwoordiging

De financier en de cliënt die gezamenlijk tot een musharaka treden, zijn zelfstandig bevoegd om de musharaka te vertegenwoordigen voor zover de rechtshandelingen zijn aangegaan ten behoeve van de normale bedrijfsuitoefening.

In de musharaka-overeenkomst kan worden bepaald dat een sharik is uitgesloten van vertegenwoordiging of dat de vertegenwoordigingsbevoegdheid enkel toekomt aan een derde. Ingeval een sharik is uitgesloten van vertegenwoordigingsbevoegdheid, dan is hij niet gerechtigd tot meer winst dan zijn aandeel in het vermogen.

Treedt een sharik buiten zijn vertegenwoordigingsbevoegdheid dan is hij niet aansprakelijk, tenzij sprake is van wangedrag of nalatigheid. Voor de externe aansprakelijkheid geldt in beginsel dat de shoraka’ jegens derden pro rata aansprakelijk zijn voor resterende schulden na ontbinding.

Mudaraba

Een mudaraba is een contractuele samenwerkingsvorm tussen de financier (rab al-maal) die geld of zaken inbrengt en de cliënt (mudarib) die arbeid inbrengt.

De arbeid van de mudarib bestaat uit het besturen van de mudaraba en het verrichten van rechtshandelingen ten behoeve van de mudaraba. De mudarib is bevoegd om de mudaraba te vertegenwoordigen, voor zover de rechtshandeling niet strijdig is met het algemene of specifieke doel waarvoor de mudaraba is aangegaan.

Voor het verrichten van ultra vires-handelingen heeft de mudarib expliciete toestemming nodig van de rab al-maal. Eigenaardig daaraan is dat de rab al-maal zelf onbevoegd is om de mudaraba te vertegenwoordigen. Bovendien is het net als bij de musharaka van belang dat de vennoten een winstverdeling overeenkomen.

De verdeling dient te zijn gebaseerd op een percentage van de winst en niet op basis van een vast bedrag of een percentage van het kapitaal. Dat betekent dat de mudarib geen vast salaris ontvangt voor zijn werkzaamheden die zijn gerelateerd aan de mudaraba.

De mudarib heeft daarentegen wel recht op een vergoeding van zijn kosten van levensonderhoud jegens de mudaraba. De verliezen van de mudaraba komen in beginsel slechts voor rekening van de rab almaal en wel ten hoogste tot het bedrag van zijn inbreng.

De mudarib is intern enkel aansprakelijk, indien de verliezen van de mudaraba zijn te wijten aan zijn wangedrag of nalatigheid. Over het algemeen kan een mudaraba middels opzegging door één van de vennoten worden ontbonden, tenzij de mudaraba reeds rechtsbetrekkingen is aangegaan ten behoeve van de bedrijfsuitoefening dan wel vennoten zijn overeengekomen dat de mudaraba voor een bepaalde periode niet eenzijdig kan worden opgezegd.Overige gronden van ontbinding zijn:

  1. verloop van bedongen tijd,
  2. een tot ontbinding strekkende overeenkomst van partijen,
  3. de afwezigheid van (voldoende) vermogen, en
  4. de dood van de mudarib of het eindigen van de mudarib-rechtspersoon.

Na het intreden van de ontbinding vindt een vereffening plaats, voor zover er vermogensbestanddelen aanwezig zijn. Gedurende de vereffening worden alle activa te gelde gemaakt. Een eventueel overschot wordt overeenkomstig de winstverdeling uitgekeerd aan partijen

 

Deel onze blog

0 0 stemmen
Article Rating
Abonneer
Laat het weten als er
guest
0 Commentaren
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties